Maanvrouw
(Femme nue allongee sur la lune, Auguste Ledru, 1900)
[...]
Zij nam hem in haar arm.
De middernacht was warm,
en kweekte lustje op lustje.
[...]
Zij nam hem in haar arm.
De middernacht was warm,
en kweekte lustje op lustje.
De koude Maan werd heet.
De herder kreeg een kusje,
hij klaagde van geen leed.
Daar had ge ’t saterdom
zien nadren van rondom
uit ruigte en wildernissen.
't Geil vuur brandde onbegrensd.
't Is lichtelijk te gissen
wat dit gebroedsel wenst.
Zij schoven 't dicht gewas
wat open: elk mikt ras
en scherp. Loopt, geitenvoeten:
de blakende godin
zal hier haar lust wel boeten,
zij heeft in u geen zin.
De herder kreeg een kusje,
hij klaagde van geen leed.
Daar had ge ’t saterdom
zien nadren van rondom
uit ruigte en wildernissen.
't Geil vuur brandde onbegrensd.
't Is lichtelijk te gissen
wat dit gebroedsel wenst.
Zij schoven 't dicht gewas
wat open: elk mikt ras
en scherp. Loopt, geitenvoeten:
de blakende godin
zal hier haar lust wel boeten,
zij heeft in u geen zin.
De zoete minnares
en wakkre jachtgodes,
verloor zich met verblijen
in minsliefkozerij.
Laat maagden ook eens vrijen;
de vrijerij is vrij.
(H.K.Poot, De Maan bij Endymion)en wakkre jachtgodes,
verloor zich met verblijen
in minsliefkozerij.
Laat maagden ook eens vrijen;
de vrijerij is vrij.
De volle maan deze week was net zo groot en rond en vol als die
keer dat ik met I. bij de verlaten zandverstuiving in S was. Het was een zwoele
zomeravond, zij had een fles prosecco meegenomen en de picknicktafel waar we
keurig zittend begonnen, bleek uiteindelijk een uitgelezen plek waar zij zich
ruggelings op kon neervlijen, met uitzicht op de volle maan.
Als een indrukwekkend gemarmerde cirkel stond de maan laag aan de hemel. Hij liet zijn licht schijnen over de verstilde zandvlakte in de verte en begluurde ons door de takken van de bomen. I. had me wel eens verteld over haar voorliefdes, voor wolven op de Veluwe, voor trage dansen, en over het onrustige gevoel dat maanbeschenen nachten bij haar opriepen. Een maanvrouw, die op dit soort avonden, nog meer dan anders, een afwezige blik in haar ogen kon krijgen.
Als een indrukwekkend gemarmerde cirkel stond de maan laag aan de hemel. Hij liet zijn licht schijnen over de verstilde zandvlakte in de verte en begluurde ons door de takken van de bomen. I. had me wel eens verteld over haar voorliefdes, voor wolven op de Veluwe, voor trage dansen, en over het onrustige gevoel dat maanbeschenen nachten bij haar opriepen. Een maanvrouw, die op dit soort avonden, nog meer dan anders, een afwezige blik in haar ogen kon krijgen.
Ik had haar ontmoet in de tuinen van een kasteel. De eerste
zoen op een bankje in de schaduw markeerde het begin van een langdurige liaison dangereuse. Ze bleek meer dan
gewillig, maar ze was relatief onervaren in het spel buiten de perken. Op het
oog een brave burgervrouw, hoewel ik er al snel achter kwam dat dat slechts een
dun laagje was. Onder die uiterlijke braafheid ging een onstuitbare lust
schuil, een niet te blussen veenbrand die bij het kleinste vonkje kon overgaan
in een hevig vuur. En enkel woord, een lichte aanraking volstond om haar in
vuur en vlam te zetten.
Waar hadden we het niet gedaan? Natuurlijk in menig
non-descript snelweghotel, inwisselbaar, maar praktisch. Maar ook op een
begraafplaats. We neukten met gepast respect, terwijl in de verte een rouwstoet
voorbij trok. En in een meditatiecentrum, traag, verstild en ingehouden omdat
het paste in de gewijde omgeving. In haar echtelijke sponde ging het er ruiger
aan toe, net als de keren in het bos, de polder, of op zowel de voor- (niet
praktisch) als de achterbank van onze beide auto’s. Al heb ik een aanzienlijk
libido, tegen I. moest ik het altijd afleggen. Onverzadigbaar was ze, en
gebiologeerd door het manlijke lid. Ik kon haar geen groter plezier doen dan
eenvoudigweg voor haar te gaan staan, mezelf aan te bieden en haar handen omlaag
te laten dwalen. Haar terughoudendheid die aanvankelijk doorging voor
onervarenheid had ze ingeruild voor gretigheid. Met handen, vingers en zodra ze
kon – haar mond, verkende, streelde en proefde ze me. Lag ik bij te komen na een
lange en intensieve vrijpartij, dan kon zij niet wachten om zich weer over me
heen te buigen en me weer ter mond te nemen.
Ik genoot van haar. Van haar onvermoede en onvermoeibare geilheid,
van haar gevulde vormen, meer dan grote borsten en immer vochtige kut. Hoewel
ik de keren niet heb geteld, werd het nooit routine. Misschien wel omdat het
een verboden liaison dangereuse was.
Heftige ontmoetingen, waarna we toch elke keer weer naar onze eigen levens
terugkeerden.
Ook deze keer weer aan de rand van de zandverstuiving. De volle
maan, een uil die riep in de verte, en een glas niet meer zo koude prosecco
vormden ons decor. Te lang hadden we elkaar niet gezien. Er was geen
gelegenheid geweest en de berichtjes over en weer hadden de honger alleen maar groter
gemaakt. Twee slokken, een lange zoen, een slok, een hand die mijn kruis
verkende, mijn handen om haar borsten, zacht de kleine tepels strelend. Zo
zaten we aan die picknicktafel. Zoals zo vaak nam zij het voortouw en dwong ze
me speels voor haar te gaan staan. Riem los, broek open, en haar bekende
tevreden zucht als ze onthulde wat daarvoor in die te krappe behuizing had
gehunkerd.
Ze beheerste de kunst. En ik vermoed dat zij het even lekker
vond om mij te pijpen, als dat ik het vond om haar te ondergaan. Toen ik me
losrukte voelde ik direct hoe geil zij was. En er was slechts een klein
changement nodig om haar op haar rug op tafel te leggen, haar benen gespreid. Dankzij
de maan baadde de nacht in het bijzondere licht. Terwijl zij met grote ogen
naar die volle maan keek, neukte ik haar – moeiteloos gleed ik naar binnen, stootte
hard en diep door. Ze hield zich vast aan de randen van de tafel, ik gleed met
ijzeren regelmaat in en uit haar, beschenen door de maan.
Dat ik in een straal van 55 km zoveel plaatsen tegenkom waar ik het deed met hem.
BeantwoordenVerwijderenBizar.
Al zou ik willen, ik zou hem niet kunnen vergeten.
En ik wil het wel maar eigenlijk ook niet.
Slap gedoe.
Zijn woorden joegen mijn hoofd op hol.
En al bij de eerste toon van het muziekje dat ik bij berichten van hem bedacht had, vatte mijn onderbuik vlam.
Hij haalde het vrouwelijkste in mij naar boven.
Ongegeneerde ongeremde overgave.
De laatste keer. Februari was het.
Een boekbespreking. Ik licht leunend aan een statafel. Hij schuin achter mij. Ik voelde zijn warmte door mijn jurk heen.
Toen ik achteloos mijn handen op mijn rug legde, open, duwde hij zo zijn erectie in mijn zachte warme handpalm....
Ik schreef het nog bij ons meest recente, zoveelste afscheid.
Zonder hem was ik niet de vrije vrouw geworden die ik nu ben.
Dus dank ;-)